naamval Enkelvoud
(sonder lidwoord)
Enkelvoud
(met lidwoord)
nominatief Arvanitisch das Arvanitische
genitief Arvanitisch des Arvanitischen
datief Arvanitisch dem Arvanitischen
akkusatief Arvanitisch das Arvanitische
Arvanitiſch
 
IPA: Standaardtaal tot 1957: [arvaˈniːtɪʃ]
Noord-Duitse en Middelduitse standaardtaal sedert 1957: [aɐ̯vaˈniːtʰɪʃ]
Suid-Duitse en Oostenrykse standaardtaal sedert 1957: [aɐ̯vaˈnid̥iʃ]
Switserduitse standaardtaal: [arvaˈniːtɪʃ]
Arvanities, 'n Albanese taal.
Arwanitisch


Byvoeglike naamwoord
Onverboë   Arvanitisch  
Verboë   Arvanitische  
(Vlaams voor klinkers en "h":)
Arvanitischen
Partitief   Arvanitisch  
Verdere verbuigings: Arvanitisch (verbuiging)
IPA:
Nederlands: onverboë: [ɑrvaˈnitis], verboë: [ɑrvaˈnitisə], partitief: [ɑrvaˈnitis]
Belgies: onverboë: [ɑʀvaˈniˑtiˑs], verboë: [ɑʀvaˈniˑtiˑsə], (voor klinkers en "h":) [ɑʀvaˈniˑtiˑsən]; partitief: [ɑʀvaˈniˑtiˑs]
  1. Arvanities, van, betreffende die Arvaniete.
  2. Arvanities, van, betreffende die Arvanitiese variant van die Albanese taal.


Enkelvoud Meervoud
Naamwoord Arvanitisch  
Verouderde vorme
Genitief Arvanitisch  
Datief Arvanitisch(e)
IPA:
Nederlands: [ɑrvaˈnitis]
Belgies: [ɑʀvaˈniˑtiˑs]
Arvanities, 'n Albanese taal.