Latijns (verbuiging)

Hierdie tabelle verteenwoordig die grammatika wat voor 1947 amptelik in die Nederlandse skryftaal verplig was, hoewel dit in die spreektaal reeds lank nie meer gebruiklik was nie. Die meeste verboë vorme word vandag net nog in sommige idiome aangetref, maar in boeke van voor 1947 was dit gebruiklik.

Stellende trap

wysig
Sterk verbuiging (sonder lidwoord)
wysig
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
Latijns Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
Genitief
(verouder)
Latijnsen Latijnse Latijnsen Latijnser Latijnser Latijnser
Datief
(verouder)
Latijnsen Latijnse Latijns Latijnsen Latijnsen Latijnsen
Akkusatief
(verouder)
Latijnsen Latijnse Latijns Latijnse Latijnse Latijnse



Swak verbuiging (met bepaalde lidwoord)
wysig
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief de Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
de Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
het, 't Latijnse

(Vlaams:)
Latijns
de Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
de Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
de Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
Genitief
(verouder)
des, 's Latijnsen der Latijnse des, 's Latijnsen der Latijnse der Latijnse der Latijnse
Datief
(verouder)
den Latijnsen der Latijnse den,
het, 't
Latijnse den Latijnsen den Latijnsen den Latijnsen
Akkusatief
(verouder)
den Latijnsen de Latijnse het, 't Latijnse de Latijnse de Latijnse de Latijnse



Gemengde verbuiging (met onbepaalde lidwoord)
wysig
Enkelvoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief een, 'n Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
een, 'n
(verouder:) ene, 'ne
Latijnse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Latijnsen
een, 'n Latijns
Genitief
(verouder)
eens, 'ns Latijnsen ener Latijnse eens, 'ns Latijnsen
Datief
(verouder)
enen, 'nen Latijnsen ener Latijnse enen, 'nen
een, 'n
Latijns
Akkusatief
(verouder)
enen, 'nen Latijnsen ene, 'ne Latijnse een, 'n Latijns



Gesubstantiveerde verbuiging

wysig
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief de Latijnse de Latijnse het, 't Latijnse de Latijnsen de Latijnsen de Latijnsen
Genitief
(verouder)
des, 's Latijnsen der Latijnse des, 's Latijnsen der Latijnsen der Latijnsen der Latijnsen
Datief
(verouder)
den Latijnse der Latijnse den,
het, 't
Latijnse den Latijnsen den Latijnsen den Latijnsen
Akkusatief
(verouder)
den Latijnse de Latijnse het, 't Latijnse de Latijnsen de Latijnsen de Latijnsen