Pommers (verbuiging)

Hierdie tabelle verteenwoordig die grammatika wat voor 1947 amptelik in die Nederlandse skryftaal verplig was, hoewel dit in die spreektaal reeds lank nie meer gebruiklik was nie. Die meeste verboë vorme word vandag net nog in sommige idiome aangetref, maar in boeke van voor 1947 was dit gebruiklik.

Stellende trap

wysig
Sterk verbuiging (sonder lidwoord)
wysig
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
Pommers Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
Genitief
(verouder)
Pommersen Pommerse Pommersen Pommerser Pommerser Pommerser
Datief
(verouder)
Pommersen Pommerse Pommers Pommersen Pommersen Pommersen
Akkusatief
(verouder)
Pommersen Pommerse Pommers Pommerse Pommerse Pommerse



Swak verbuiging (met bepaalde lidwoord)
wysig
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief de Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
de Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
het, 't Pommerse,

Pommers

(Vlaams:)
Pommers
de Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
de Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
de Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
Genitief
(verouder)
des, 's Pommersen der Pommerse des, 's Pommersen der Pommerse der Pommerse der Pommerse
Datief
(verouder)
den Pommersen der Pommerse den,
het, 't
Pommerse den Pommersen den Pommersen den Pommersen
Akkusatief
(verouder)
den Pommersen de Pommerse het, 't Pommerse de Pommerse de Pommerse de Pommerse



Gemengde verbuiging (met onbepaalde lidwoord)
wysig
Enkelvoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief een, 'n Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
een, 'n,
(verouder:) ene, 'ne
Pommerse

(Vlaams voor klinkers en "h":)
Pommersen
een, 'n Pommers
Genitief
(verouder)
eens, 'ns Pommersen ener Pommerse eens, 'ns Pommersen
Datief
(verouder)
enen, 'nen Pommersen ener Pommerse enen, 'nen
een, 'n
Pommers
Akkusatief
(verouder)
enen, 'nen Pommersen ene, 'ne Pommerse een, 'n Pommers



Gesubstantiveerde verbuiging

wysig
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Manlik Vroulik Onsydig
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief de Pommerse de Pommerse het, 't Pommerse de Pommersen de Pommersen de Pommersen
Genitief
(verouder)
des, 's Pommersen der Pommerse des, 's Pommersen der Pommersen der Pommersen der Pommersen
Datief
(verouder)
den Pommerse der Pommerse den,
het, 't
Pommerse den Pommersen den Pommersen den Pommersen
Akkusatief
(verouder)
den Pommerse de Pommerse het, 't Pommerse de Pommersen de Pommersen de Pommersen