ifoni

Xhosa (xh)

Sonder kopulatief
Naamval	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	ifoni	iifoni
Vokatief	foni	zifoni
Lokatief	efonini, kwifoni	ezifonini, kwiifoni
Met kopulatief
Nominatief (positief)	yifoni	zifoni
Nominatief (negatief)	(k)akuyifoni	(k)akuzifoni
Met besitskakels: ifoni (possessief)

sonder kopulatief: [iˈfoːni], vokatief: [ˈfoːni]; lokatief: [ɛfɔˈniːni, kˀɔ̯iˈfoːni]; meervoud: [iːˈfoːni], vokatief: [ziˈfoːni]; lokatief: [ezifɔˈniːni, kˀɔ̯iːˈfoːni]

met kopulatief: positief: [jiˈfoːni], meervoud: [ziˈfoːni]; negatief: [(kˀ)akˀujiˈfoːni], meervoud: [(kˀ)akˀuziˈfoːni]

< Engels "phone" telefoon.