Nederlands (nl)

  Werkwoord

     Betekenisse

  1. eerste persoon enkelvoud teenwoordige tyd van schoppen
  2. (by inversie) tweede persoon enkelvoud teenwoordige tyd van schoppen
  3. gebiedende wys van schoppen

     Voorbeeldsinne

1.: Ik schop.
2.: Schop je?
3.: Schop!