naamval Enkelvoud
(sonder lidwoord)
Enkelvoud
(met lidwoord)
nominatief Kaschubei die Kaschubei
genitief Kaschubei der Kaschubei
datief Kaschubei der Kaschubei
akkusatief Kaschubei die Kaschubei
onbepaald: Kaſchubei, bepaald: die Kaſchubei
onbepaald:   , bepaald:  
IPA:
Standaardtaal tot 1957: onbepaald: [kaʃuˈbaɪ̯], bepaald: [di kaʃuˈbaɪ̯]
Noord-Duitse en Middelduitse standaardtaal sedert 1957: onbepaald: [kʰaʃuˈbaɪ̯], bepaald: [di kʰaʃuˈbaɪ̯]
Suid-Duitse en Oostenrykse standaardtaal sedert 1957: onbepaald: [g̊aʃuˈb̥ɛɪ̯], bepaald: [d̥i g̊aʃuˈb̥ɛɪ̯]
Switserduitse standaardtaal: onbepaald: [kaʃuˈb̥ɛɪ̯], bepaald: [d̥i kaʃuˈb̥ɛɪ̯]
Kasjoebië