Hulp:IPA: [prɛɪ̯kə(n)]
(lêer)
Stamtye
prijken prijkte geprijkt  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik prijk prijkte
jij, u prijkt
hij, zij, het prijkt
wij, jullie, zij prijken prijkten
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
prijk geprijkt prijkend
 
Pryk; opvallend wees
Absolute werkwoord sonder lydende vorme. Die hulpwerkwoord van die voltooide tye is hebben. Die voltooide deelwoord word nie attributief gebruik nie.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -te.