zeef
Enkelvoud | Meervoud | |
---|---|---|
Naamwoord | zeef v/m | zeven |
Verkleinwoord | zeefje | zeefjes |
- «Ik heb een zeefje nodig.»
- Ek het 'n siffie nodig.
- eerste persoon enkelvoud teenwoordige tyd van zeven
- (by inversie) tweede persoon enkelvoud teenwoordige tyd van zeven
- gebiedende wys van zeven
- 1.: Ik zeef.
- 2.: Zeef je?
- 3.: Zeef!