Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief Nordsotho m/v Nordsothos, Nordsotho
Genitief Nordsothos Nordsothos, Nordsotho
Datief Nordsotho Nordsothos, Nordsotho
Akkusatief Nordsotho Nordsothos, Nordsotho
Nordſotho, meervoud: Nordſothos, Nordſotho
 , meervoud:  
IPA: Standaardtaal tot 1957: [ˈnɔrtˌzoːto], meervoud: [ˈnɔrtˌzoːtoːs, ˈnɔrtˌzoːto]
Noord-Duitse en Middelduitse standaardtaal sedert 1957: [ˈnɔɐ̯tˌzoːtʰo], meervoud: [ˈnɔɐ̯tˌzoːtʰoːs, ˈnɔɐ̯tˌzoːtʰo]
Suid-Duitse en Oostenrykse standaardtaal sedert 1957: [ˈnɔɐ̯d̥ˌsoːd̥o], meervoud: [ˈnɔɐ̯d̥ˌsoːd̥oːs, ˈnɔɐ̯d̥ˌsoːd̥o]
Switserduitse standaardtaal: [ˈnɔrd̥ˌsoːto], meervoud: [ˈnɔrd̥ˌsoːtoːs, ˈnɔrd̥ˌsoːto]
Noord-Sotho, lid van 'n volk in Suid-Afrika
Nordsutu
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief Nordsotho o
Genitief Nordsotho(s)
Datief Nordsotho
Akkusatief Nordsotho
Noord-Sotho, 'n Suidwestelike Sintoetaal.
Nordsutu