ubuso

Xhosa (xh)

Sonder kopulatief
Naamval	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	ubuso
Vokatief	buso
Lokatief	ebusweni,   kubuso
Met kopulatief
Nominatief (positief)	ngubuso
Nominatief (negatief)	(k)akungubuso
Met besitskakels: ubuso (possessief)

Uitspraak

IFA:

sonder kopulatief: [uˈɓuːsɔ], vokatief: [ˈɓuːsɔ]; lokatief: [eɓuˈsɔ̯eːni, kˀuˈɓuːsɔ]

met kopulatief: positief: [ŋguˈɓuːsɔ], negatief: [(kˀ)akˀuŋguˈɓuːsɔ]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Gesig

Zoeloe (zu)

Sonder kopulatief
Naamval	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	ubuso
Vokatief	buso
Lokatief	ebusweni
Met kopulatief
Nominatief (positief)	ngubuso
Nominatief (negatief)	(k)akungubuso
Met besitskakels: ubuso (possessief)

Uitspraak

IFA:

sonder kopulatief: [uˈɓuːsɔ], vokatief: [ˈɓuːsɔ]; lokatief: [eɓuˈsɔ̯eːni]

met kopulatief: positief: [ŋguˈɓuːsɔ], negatief: [(kˀ)akˀuŋguˈɓuːsɔ]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Gesig