Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief Katalysator Katalysatoren
Genitief Katalysators Katalysatoren
Datief Katalysator Katalysatoren
Akkusatief Katalysator Katalysatoren


Katalyſator, meervoud: Katalyſatoren
 , meervoud:  
IPA: Standaardtaal tot 1957: [katalyˈzaːtɔr], meervoud: [katalyzaˈtoːrən]
Noord-Duitse en Middelduitse standaardtaal sedert 1957: [kʰatʰalyˈzaːtɔɐ̯], meervoud: [kʰatʰalyzaˈtʰoːɐ̯n]
Suid-Duitse en Oostenrykse standaardtaal sedert 1957: [g̊ad̥alyˈsaːd̥oɐ̯], meervoud: [g̊ad̥alysaˈd̥oːɐ̯n]
Switserduitse standaardtaal: [kataliˈzaːtɔr], meervoud: [katalizaˈtoːrən]


Katalisator.
  Vertalings:    Katalysator
Afrikaans: katalisator(af)
Engels: catalyst(en), (Brits:) catalyser(en), (Amerikaans:) catalyzer(en)
Frans: catalyseur(fr)
Nederlands: katalysator(nl)
Spaans: catalizador(es)
Sweeds: katalysator(sv)