Tscheremissisch

Duits (de)

Selfstandige naamwoord

Naamval	Enkelvoud (sonder lidwoord)	Enkelvoud (met lidwoord)
Nominatief	Tscheremissisch	das Tscheremissisch(e)
Genitief	Tscheremissisch	des Tscheremissischen
Datief	Tscheremissisch	dem Tscheremissischen
Akkusatief	Tscheremissisch	das Tscheremissisch(e)

Wisselspelling

Tſcheremiſſiſch

Uitspraak

IPA: [tʃereˈmɪsɪʃ]

    Betekenisse

Marijies, 'n Fins-Oegriese taal.

    Sinonieme

Marijisch, Mari

    Vertalings

Vertalings:    Tscheremissisch
Afrikaans: Marijies(de), Tsjeremissies(de) Engels: Mari(en), Cheremis(en)		Nederlands: Marisch(nl), Mari(nl), Tsjeremissisch(nl) Turks: Çeremişçe(tr), Marice(tr)