Nederlands (nl)

Stamtye
breken brak gebroken  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik breek brak
jij, u breekt
hij, zij, het breekt
wij, jullie, zij breken braken
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
breek gebroken brekend
Verdere vervoegings: breken (vervoeging)

  Uitspraak

Hulp:IPA: [ˈbre.kə(n)]
    
(lêer)

  Woordafbreking

bre•ken

  Werkwoord

     Betekenisse

Breek

     Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas vier.