Stamtye
dienen diende gediend  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik dien diende
jij, u dient
hij, zij, het dient
wij, jullie, zij dienen dienden
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
dien gediend dienend
 
Hulp:IPA: [din]
    
(lêer)
die•nen
Dien
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -de.