Hulp:IPA: ['kopə(n)]
(lêer)
Stamtye
kopen kocht gekocht  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik koop kocht
jij, u koopt
hij, zij, het koopt
wij, jullie, zij kopen kochten
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
koop gekocht kopend
 
Koop
«Ik heb een nieuwe auto 'gekocht
Ek het 'n nuwe kar gekoop.
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -cht en klinkerwisseling.