Enkelvoud Meervoud
Naamwoord maan m manen 
Verkleinwoord maantje,
  (Vlaams:)
  maanke
maantjes,
  (Vlaams:)
  maankes 
Verouderde vorme
Genitief maans manen
Mane
«Phobos en Deimos zijn de twee manen van Mars.»
Phobos en Deimos is Mars se twee mane.


Stamtye
manen maande gemaand  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik maan maande
jij, u maant
hij, zij, het maant
wij, jullie, zij manen maanden
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
maan gemaand manend
 
Maan
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -de.


« De politie heeft hen gemaand binnen 24 uur te vertrekken.»
Die polisie het hulle gemaan om binne 24 uur te vertrek.