Stamtye
rammen ramde geramd  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik ram ramde
jij, u ramt
hij, zij, het ramt
wij, jullie, zij rammen ramden
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
ram geramd rammend
 
Hulp:IPA: ['rɑ.mə(n)]
    
(lêer)
(militêr) Stormram; met 'n groot massa en op volle vaart laat bots
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -de.


Meervoud van ☞ ram.