Enkelvoud Meervoud
Naamwoord schaap o schapen 
Verkleinwoord schaapje schaapjes 
Verouderde vorme
Genitief schaaps schapen  
Datief schaap,
  schape
schapen
Nederlands:
Hulp:IPA: [sxaːp]
    
(lêer)
, meervoud: [ˈsxaːpə(n)]
Belgies: [sçaːp], meervoud: [ˈsçaːpə(n)]
Skaap
Ram, ooi, lam