Tuis
Lukraak
Meld aan
Voorkeure
Skenkings
Inligting oor Wiktionary
Vrywaring
Soek
schoot
Taal
Hou dop
Wysig
Inhoud
1
Nederlands (nl)
1.1
Uitspraak
1.2
Selfstandige naamwoord
1.2.1
Betekenisse
1.3
Werkwoord
1.3.1
Betekenisse
1.3.2
Voorbeeldsinne
Nederlands (nl)
Enkelvoud
Meervoud
Naamwoord
schoot
m
schoten
Verkleinwoord
schootje
schootjes
Uitspraak
Hulp:IPA
: [
sχot
]
(
lêer
)
Selfstandige naamwoord
Betekenisse
Skoot
; die bokant van die dye van iemand wat sit.
Werkwoord
Betekenisse
enkelvoud verlede tyd van
schieten
Voorbeeldsinne
1.: Ik
schoot
.
2.: Jij
schoot
.
3.: Hij, zij, het
schoot
.