Nederlands (nl)

Stamtye
schieten schoot geschoten  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik schiet schoot
jij, u schiett
hij, zij, het schiett
wij, jullie, zij schieten schoten
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
schiet geschoten schietend
Verdere vervoegings: schieten (vervoeging)

  Uitspraak

Hulp:IPA: [ˈsχi.tə(n)]

  Woordafbreking

schieten

  Werkwoord

     Betekenisse

Skiet

     Eienskappe

Inergatiewe werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Onpersoonlik lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan nie attributief gebruik word nie.
Sterke werkwoord van klas twee.