Nederlands (nl)

Stamtye
stellen stelde gesteld  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik stel stelde
jij, u stelt
hij, zij, het stelt
wij, jullie, zij stellen stelden
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
stel gesteld stellend
 

  Uitspraak

Hulp:IPA: [ˈstɛ.lə(n)]
    
(lêer)

  Woordafbreking

stel•len

  Werkwoord

     Betekenisse

Stel; laat staan

     Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -de.

     Afgeleide woorde

afstellen, bestellen, instellen, uitstellen

  Selfstandige naamwoord

     Betekenisse

Meervoud van ☞ stel.