Stamtye
sterken sterkte gesterkt  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik sterk sterkte
jij, u sterkt
hij, zij, het sterkt
wij, jullie, zij sterken sterkten
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
sterk gesterkt sterkend
 
Hulp:IPA: [ˈstɛr.kə(n)]
    
(lêer)
Sterk; sterker maak,
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -te.
«Gesterkt door het goede nieuws gingen zij verder.»
Deur die goeie nuus gesterk het hulle aangegaan.