Stamtye
vluchten vluchtte gevlucht  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik vlucht vluchtte
jij, u vlucht
hij, zij, het vlucht
wij, jullie, zij vluchten vluchtten
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
vlucht gevlucht vluchtend
Verdere vervoegings: vluchten (vervoeging)
Hulp:IPA: [ˈvlɵχ.tən]

, [ˈvlʏχ.tən]

    
(lêer)
vluch•ten
Vlug
Ergatiewe werkwoord.
Die hulpwerkwoord van die voltooide tye is zijn.
Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -te.
Meervoud van ☞ vlucht.