Stamtye
zien zag gezien  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik zie zag
jij, u ziet
hij, zij, het ziet
wij, jullie, zij zien zagen
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
zie gezien ziend
 
Hulp:IPA: [zin]
    
(lêer)
zien
Sien
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas vyf. Die werkwoord het onreëlmatighede deurdat die [h] in zi[h]en in sommige vorme verdwyn het en in ander vorme [g] geword het.