Stamtye
graven groef gegraven  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik graaf groef
jij, u graaft
hij, zij, het graaft
wij, jullie, zij graven groeven
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
graaf gegraven gravend
 
graven
Graaf; 'n gat in die grond maak.
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas ses.
Meervoud van ☞ graf.
Meervoud van ☞ graaf.
(verouderd) Genitief enkelvoud van ☞ graaf, soos in 's-Gravenhage.