Enkelvoud Meervoud
  groeptaal     groeptale  
IPA: [ˈχruptɑːɫ], meervoud: [ˈχruptɑːlə]
خْرُوپْ تَالْ , meervoud: خْرُوپْ تَالِی
groeptaal, meervoud: groeptále
Opsetlik informele taalgebruik gebonde aan bepaalde sosiale stand of beroep.
groepstaal
slang, sleng
  Vertalings:    groeptaal
Duits: Slang(de), Jargon(de)
Engels: slang(en)
Sweeds: slang(sv)