Nederlands (nl)

Stamtye
herroepen herriep herroepen  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik herroep herriep
jij, u herroept
hij, zij, het herroept
wij, jullie, zij herroepen herriepen
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
herroep herroepen herroepend
 

  Uitspraak

    
(lêer)

  Woordafbreking

her•roe•pen

  Werkwoord

     Betekenisse

Die geldigheid van 'n uitspraak of edik intrek.

     Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas sewe.
Onskeidbare werkwoord .

     Voorbeeldsinne

«Hij heeft zijn verklaring herroepen
Hy het sy verklaring ingetrek.