Nederlands (nl)

Stamtye
richten richtte gericht  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik richt richtte
jij, u richt
hij, zij, het richt
wij, jullie, zij richten richtten
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
richt gericht richtend
 

  Uitspraak

Hulp:IPA: [ˈrɪχ.tə(n)]
    
(lêer)

  Woordafbreking

rich•ten

  Werkwoord

     Betekenisse

Rig

     Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -te.