Stamtye
spreken sprak gesproken  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik spreek sprak
jij, u spreekt
hij, zij, het spreekt
wij, jullie, zij spreken spraken
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
spreek gesproken sprekend
 
Hulp:IPA: [ˈspre.kə(n)]
    
(lêer)
spre•ken
Spreek, praat
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas vier.