Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief vig vigs
Genitief viga vigas
Datief vige viges
Akkusatief vigi vigis
Vokatief o vig o vigs
IPA: [vig], genitief: [viˈga], datief: [viˈge], akkusatief: [viˈgi], vokatief: [oˈvig]; meervoud: [vigz], genitief: [viˈgas], datief: [viˈges], akkusatief: [viˈgis], vokatief: [oˈvigz]
Week