Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief Theodisca Theodiscae
Genitief Theodiscae Theodiscārum
Datief Theodiscae Theodiscīs
Akkusatief Theodiscam Theodiscās
Vokatief Theodisca Theodiscae
Ablatief Theodiscā Theodiscīs
IPA:
klassieke Latyn: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪska], genitief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskaɪ̯], akkusatief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskã(m)], ablatief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskaː]; meervoud: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskaɪ̯], genitief: *[t(ʰ)ɛɔdɪsˈkaːrʊ̃(m)], datief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskʲiːs], akkusatief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskaːs]
Afrikaanse Kerklatyn: [tijuˈdəskɑ], genitief: [tijuˈdəseː], akkusatief: [tijuˈdəskɑm], ablatief: [tijuˈdəskɑ]; meervoud: [tijuˈdəseː], genitief: [tijudəsˈkɑːrœm], datief: [tijuˈdəsəs], akkusatief: [tijuˈdəskɑs]
Italiaanse Kerklatyn: [teoˈdiska], genitief: [teoˈdiʃːe], akkusatief: [teoˈdiskam], ablatief: [teoˈdiska]; meervoud: [teoˈdiʃːe], genitief: [teodisˈkaːrum], datief: [teoˈdiʃːis], akkusatief: [teoˈdiskas]
Duitse
Germana


Naamval Enkelvoud
Nominatief Theodisca
Genitief Theodiscae
Datief Theodiscae
Akkusatief Theodiscam
Vokatief Theodisca
Ablatief Theodiscā
  • THEODISCA
IPA:
klassieke Latyn: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪska], genitief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskaɪ̯], akkusatief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskã(m)], ablatief: *[t(ʰ)ɛɔˈdɪskaː]
Afrikaanse Kerklatyn: [tijuˈdəskɑ], genitief: [tijuˈdəseː], akkusatief: [tijuˈdəskɑm], ablatief: [tijuˈdəskɑ]
Italiaanse Kerklatyn: [teoˈdiska], genitief: [teoˈdiʃːe], akkusatief: [teoˈdiskam], ablatief: [teoˈdiska]
Duits, 'n Wes-Germaanse taal.
lingua Theodisca, lingua Germanica, Germanica


Vroulike vorm enkelvoud van ☞ Theodiscus.