Stamtye
dwingen dwong gedwongen  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik dwing dwong
jij, u dwingt
hij, zij, het dwingt
wij, jullie, zij dwingen dwongen
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
dwing gedwongen dwingend
 
Hulp:IPA: [ˈdʋɪ.ŋə(n)]
    
(lêer)
dwin•gen
Dwing
iemand ~ tot
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas drie.
«Hij werd daartoe gedwongen
Hy is daartoe gedwing.