pilleus

Latyn (la)

Naamval	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	pilleus	pilleī
Genitief	pilleī	pilleōrum
Datief	pilleō	pilleīs
Akkusatief	pilleum	pilleōs
Vokatief	pillee	pilleī
Ablatief	pilleō	pilleīs

Uitspraak

IPA: klassieke Latyn: [ˈpɪlːɛʊs], meervoud: [ˈpɪlːɛiː]

Afrikaanse Kerklatyn: [ˈpəlijœs], meervoud: [ˈpəliji]

Italiaanse Kerklatyn: [ˈpilːeus], meervoud: [ˈpilːei]

    Betekenisse

1. Vilthoed

2. Hoed.

    Wisselvorme

pilleum

    Sinonieme

2. petasus

    Vertalings

Vertalings:    pilleus
Afrikaans: 1 vilthoed(af); 2 hoed(af) Arabies: 1 لبادة(ar) (loebbada), لبدة(ar) (libda); 2 قبعة(ar) (koebba’a) Deens: 2 hat(da) Duits: 1 Filzhut(de); 2 Hut(de) Engels: 1 felt hat(en); 2 hat(en) Frans: 1 feutre(fr); 2 chapeau(fr) Italiaans: 2 cappello(it)		Nederlands: 2 hoed(nl) Spaans: 2 sombrero(es) Swahili: 2 kofia(sw), chapeo(sw), heti(sw) Sweeds: 1 filthatt(sv); 2 hatt(sv) Turks: 1 fötr şapka(tr); 2 şapka(tr) Venda: 2 muṅadzi, nguwane, (koninklike taal:) murunzi Yslands: 2 hattur(is)