Stamtye
slinken slonk geslonken  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik slink slonk
jij, u slinkt
hij, zij, het slinkt
wij, jullie, zij slinken slonken
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
slink geslonken slinkend
Verdere vervoegings: slinken (vervoeging)
Hulp:IPA: [ˈslɪŋ.kə(n)]
    
(lêer)
slin•ken
In volume afneem; slink
Ergatiewe werkwoord.
Die hulpwerkwoord van die voltooide tye is zijn.
Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas drie.
«Zijn gezwollen voet was wat geslonken
Sy opgeswelde voet het effens geslink.
zwellen