Woord
Galician
IPA: Suid-Afrikaans: [gəˈliʃən]
Brits: [gəˈlɪsiən, gəˈlɪʃən]
Amerikaans: [gəˈlɪʃən]
Iers, van, betreffende die Galiciërs; van, afkomstig uit, behorend tot, eie aan Galicië.
  Vertalings:    Galician
Afrikaans: Galicies(af)
Duits: galicisch(de), galegisch(de)
Esperanto: galega(eo)
Faroëes: galisisk(fo)
Frans: galicien(fr)
Latyn: Galicianus(la)
Nederlands: Galicisch(nl)
Russies: галисийский(ru) (galisijskij)
Sweeds: galicisk(sv)
Turks: Galiçyalı(tr)
Yslands: galisísk(is)


Enkelvoud Meervoud
Naamwoord Galician Galicians
IPA: Suid-Afrikaans: [gəˈliʃən], meervoud: [gəˈliʃənz]
Brits: [gəˈlɪsiən, gəˈlɪʃən], meervoud: [gəˈlɪsiənz, gəˈlɪʃənz]
Amerikaans: [gəˈlɪʃən], meervoud: [gəˈlɪʃənz]
Galiciër.
  Vertalings:    Galician
Afrikaans: Galiciër(af)
Duits: Galicier(de)
Nederlands: Galiciër(nl)
Turks: Galiçyalı(tr)


Enkelvoud Meervoud
  Galician     -  
IPA: Suid-Afrikaans: [gəˈliʃən]
Brits: [gəˈlɪsiən, gəˈlɪʃən]
Amerikaans: [gəˈlɪʃən]
Galicies, 'n Iberoromaanse taal.
  Vertalings:    Galician
Afrikaans: Galicies(af)
Duits: Galicisch(de), Galegisch(de)
Esperanto: galega lingvo(eo)
Faroëes: galisiskt(fo)
Frans: galicien(fr)
Galicies: galego(gl)
Latyn: lingua Galiciana(la)
Nederlands: Galicisch(nl)
Russies: галисийский язык(ru) (galisijskij jazik)
Spaans: gallego(es)
Sweeds: galiciska(sv)
Turks: Galiçyaca(tr)
Yslands: galisíska(is)