Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief białka białczi
Genitief białczi białków
Datief białce białkóm
Akkusatief białkã białczi
Vokatief białkò białczi
Instrumentaal białką białkama
Lokatief białce białkach
IPA: enkelvoud: nominatief: [ˈbʲawka], genitief: [ˈbʲawtɕi], datief: [ˈbʲawʦɛ], akkusatief: [ˈbʲawkã], vokatief: [ˈbʲawkwɛ], instrumentaal: [ˈbʲawkɔ̃]; meervoud: nominatief: [ˈbʲawtɕi], genitief: [ˈbʲawkof], datief: [ˈbʲawkom], instrumentaal: [ˈbʲawkama], lokatief: [ˈbʲawkax]
  1. Vrou
  2. Eggenote
slëbnô