Hulp:IPA: [vərˈlizə(n)]
    
(lêer)
Stamtye
verliezen verloor verloren  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik verlies verloor
jij, u verliest
hij, zij, het verliest
wij, jullie, zij verliezen verloren
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
verlies verloren verliezend
 
Verloor
«Zullen ze dit verliezen
Sal hulle dit verloor?
Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas twee.
winnen