Naamval Enkelvoud Meervoud
Sonder lidwoord Met lidwoord Sonder lidwoord Met lidwoord
Nominatief мъж
măž
мъжът
măžăt
мъже
măže
мъжете
măžete
Datief на мъж
na măž
(verouder:)
мъжу
măžu
на мъжа
na măža
(verouder:)
мъжу
măžu
на мъже
na măže
на мъжете
na măžete
Akkusatief мъж
măž
(verouder:)
мъжа
măža
мъжа
măža
мъже
măže
мъжете
măžete
Vokatief мъжо
măžo
мъже
măže
Telvorm
 
IPA:
onbepaald: nominatief: [məʃ]; datief: [nɐˈməʃ], (verouder:) [ˈməʒu]; akkusatief: [məʃ], (verouder:) [məˈʒə]; vokatief: [ˈməʒo]; meervoud: nominatief: [məˈʒɛ], datief: [nɐməˈʒɛ]
bepaald: nominatief: [ˈməʒət]; datief: [nɐməˈʒa], (verouder:) [ˈməʒu]; akkusatief: [məˈʒə]; meervoud: nominatief: [məˈʒɛtɛ], datief: [nɐməˈʒɛtɛ]
Slavistiek: măž, meervoud: măže
ISO 9: m´´ž, meervoud: m´´že
Library of Congress: mŭzh, meervoud: mŭzhe
mëzj, meervoud: mëzje
onbepaald: nominatief: мѫ́жъ; datief: на-мѫ́жъ, (verouder:) мѫ́жу; akkusatief: мѫ́жъ, (verouder:) мѫжа̀; vokatief: мѫ́жо; meervoud: nominatief: мѫжѐ; datief: на-мѫжѐ, akkusatief: мѫжѐ, vokatief: мѫжѐ
bepaald: nominatief: мѫ́жатъ; datief: на-мѫ́жа, (verouder:) мѫ́жу; akkusatief: мѫжа̀; meervoud: nominatief: мѫжѐ те; datief: на-мѫжѐ те; akkusatief: мѫжѐ те
onbepaald: nominatief: мѫжъ; datief: на мѫжъ, (verouder:) мѫжу; akkusatief: мѫжъ, (verouder:) мѫжѩ, мѫжа; vokatief: мѫжо; meervoud: nominatief: мѫже; datief: на мѫже, akkusatief: мѫже, vokatief: мѫже
bepaald: nominatief: мѫжъ-тъ, мѫжѫтъ; datief: на мѫжѩ, на мѫжа, (verouder:) мѫжу; akkusatief: мѫжа; meervoud: nominatief: мѫже-ти, мѫже-тѣ, мѫже-те; datief: на мѫже-ти, на мѫже-тѣ, на мѫже-те; akkusatief: мѫже-ти, мѫже-тѣ, мѫже-те
onbepaald: nominatief: мѫжъ; datief: на мѫжъ, (verouder:) мѫжу; akkusatief: мѫжъ, (verouder:) мѫжа; vokatief: мѫжо; meervoud: nominatief: мѫже, datief: на мѫже, akkusatief: мѫже, vokatief: мѫже
bepaald: nominatief: мѫжътъ; datief: на мѫжа, (verouder:) мѫжу; akkusatief: мѫжа; meervoud: nominatief: мѫжетѣ, datief: на мѫжетѣ, akkusatief: мѫжетѣ
  1. Man
  2. Eggenoot
2. съпруг