Woord
Russian
IPA: Suid-Afrikaans: [ˈɹaʃən]
Brits: [ˈɹʌʃən]
Amerikaans: [ˈɹəʃən]
Russies, van, betreffende die Russe; van, afkomstig uit, behorend tot, eie aan Rusland.


  Vertalings:    Russian
Afrikaans: Russies(en)
Duits: russisch(de)
Nederlands: Russisch(en)
Turks: Rus(tr); Rusyalı(tr)


Enkelvoud Meervoud
Naamwoord Russian
IPA: Suid-Afrikaans: [ˈɹaʃən]
Brits: [ˈɹʌʃən]
Amerikaans: [ˈɹəʃən]
Russies, 'n Oos-Slawiese taal.
  Vertalings:    Russian
Afrikaans: Russies(af)
Duits: Russisch(de)
Faroëes: russiskt(fo)
Fins: venäjä(fi)
Frans: russe(fr)
Fries (Westerlauwers-): Russysk(fy)
Guarani: rrusiañe'ẽ(gn)
Latyn: Russica(la); Ruthenica(la)
Nederlands: Russisch(nl)
Pools: rosyjski(pl)
Russies: русский(ru); русский язык(ru)
Turks: Rusça(tr)
Yslands: rússneska(is)


Enkelvoud Meervoud
Naamwoord Russian Russians
IPA: Suid-Afrikaans: [ˈɹaʃən], meervoud: [ˈɹaʃənz]
Brits: [ˈɹʌʃən], meervoud: [ˈɹʌʃənz]
Amerikaans: [ˈɹəʃən], meervoud: [ˈɹəʃənz]
Rus; Russiese.
  Vertalings:    Russian
Afrikaans: Rus(af); Russiese(af)
Duits: Russe(de); Russin(de)
Frans: Russe(fr)
Italiaans: russo(it); russa(it)
Nederlands: Rus(af); Russische(nl), Russin(nl)
Russies: русский(ru) (roesskij), россиянин(ru) (rossijanin); русская(ru) (roesskaja), россиянка(ru) (rossijanka)
Spaans: ruso(es); rusa(es)
Sweeds: ryss(sv); ryska(sv)
Turks: Rus(tr), Rusyalı(tr)