Enkelvoud Meervoud
  Rus     Russe  
IPA: [rœs], meervoud: [ˈrœsə]
رِوسْ , meervoud: رِوسِی
Inwoner, burger van Rusland.
  Vertalings:    Rus
Duits: Russe(de)
Engels: Russian(en)
Frans: Russe(fr)
Italiaans: russo(it)
Nederlands: Rus(nl)
Russies: русский(ru) (roesskij), россиянин(ru) (rossijanin)
Spaans: ruso(es)
Sweeds: ryss(sv)
Turks: Rus(tr)
Turks (Osmaans): روس(osm) (Rus)


Enkelvoud Meervoud
Naamwoord Rus Russen 
Verouderde vorme
Genitief Rus' Russen  
Datief Rus Russen
IPA:
Nederlands: [rɵs], meervoud: [ˈrɵsə(n)]
Belgies: [ʀʏs], meervoud: [ˈʀʏsə(n)]
Rus, inwoner, burger van Rusland.


Byvoeglike naamwoord
Rus
Substantiveerde verbuigings: Rus (verbuiging)
روس
IPA: [rʊs]
  1. Russies, van, betreffende die Russse.
  2. Russies, van, afkomstig uit, behorend tot, eie aan Rusland.
Rusyalı


Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief Rus Ruslar
Genitief Rusun Rusların
Datief Rusa Ruslara
Akkusatief Rusu Rusları
Lokatief Rusta Ruslarda
Ablatief Rustan Ruslardan
Verdere verbuigings: Rus (verbuiging)
روس , meervoud: روسلر
IPA: [rʊs], genitief: [rʊˈsʊn], datief: [rʊˈsɑ], akkusatief: [rʊˈsʊ], lokatief: [rʊsˈtɑ], ablatief: [rʊsˈtɑn]; meervoud: [rʊsˈɫɑɹ], genitief: [rʊsɫɑˈrɯn], datief: [rʊsɫɑˈrɑ], akkusatief: [rʊsɫɑˈrɯ], lokatief: [rʊsɫɑrˈdɑ], ablatief: [rʊsɫɑrˈdɑn]
  1. Rus
  2. Russiese
Rusyalı