žena


Naamval Enkelvoud Meervoud
Sonder lidwoord Met lidwoord Sonder lidwoord Met lidwoord
Nominatief жена
žena
жената
ženata
жени
ženi
жените
ženite
Datief на жена
na žena
на жената
na ženata
на жени
na ženi
на жените
na ženite
Akkusatief жена
žena
жената
ženata
жени
ženi
жените
ženite
Vokatief жено
ženo
жени
ženi
IPA:
onbepaald: nominatief: [ʒɛˈna]; datief: [nɐʒɛˈna], vokatief: [ˈʒɛno]; meervoud: nominatief: [ʒɛˈni], datief: [nɐʒɛˈni]
bepaald: nominatief: [ʒɛˈnatɐ]; datief: [nɐʒɛˈnatɐ]; meervoud: nominatief: [ʒɛˈnitɛ], datief: [nɐʒɛˈnitɛ]
Slavistiek: žena, meervoud: ženi
ISO 9: žena, meervoud: ženi
Library of Congress: zhena, meervoud: zheni
zjena, meervoud: zjeni
onbepaald: nominatief: жена̀; datief: на-жена̀, akkusatief: жена̀; vokatief: же́но; meervoud: nominatief: жены̀; datief: на-жены̀, akkusatief: жены̀, vokatief: жены̀
bepaald: nominatief: жена̀ та; datief: на-жена̀ та, akkusatief: жена̀ та; meervoud: nominatief: жены̀ те; datief: на-жены̀ те; akkusatief: жены̀ те
onbepaald: nominatief: жена; datief: на женѫ, akkusatief: женѫ; vokatief: жено; meervoud: nominatief: жены, datief: на жены, akkusatief: жены, vokatief: жены
bepaald: nominatief: жена-та; datief: на женѫ-тѫ, akkusatief: женѫ-тѫ; meervoud: nominatief: жены-ты, жены-тѣ, жены-те; datief: на жены-ты, на жены-тѣ, на жены-те; akkusatief: жены-ты, жены-тѣ, жены-те
onbepaald: nominatief: жена; datief: на жена, akkusatief: жена; vokatief: жено; meervoud: nominatief: жени, datief: на жени, akkusatief: жени, vokatief: жени
bepaald: nominatief: жената; datief: на жената, akkusatief: жената; meervoud: nominatief: женитѣ, datief: bepaald: на женитѣ, akkusatief: женитѣ
  1. Vrou
  2. Eggenote
2. съпруга


Onbepaald
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief жена
женa
жени
ženi
Akkusatief жена
женa
жени
ženi
Vokatief жено
ženo
жени
ženi
Bepaald
Enkelvoud
Met lidwoord Aanwysend
(hierdie)
Aanwysend
(daardie)
ženaта
ženata
женава
женava
женана
женana
Meervoud
Met lidwoord Aanwysend
(hierdie)
Aanwysend
(daardie)
жените
ženite
жениве
ženive
женине
ženine
IPA:
onbepaald: [ˈʒɛna], vokatief: [ˈʒɛnɔ]; meervoud: [ˈʒɛni]
bepaald: [ˈʒɛnata], aanwysend (hierdie): [ˈʒɛnava], aanwysend (daardie): [ˈʒɛnana]; meervoud: [ˈʒɛnitɛ], aanwysend (hierdie): [ˈʒɛnivɛ], aanwysend (daardie): [ˈʒɛninɛ]
Slavistiek: žena, meervoud: ženi
VV 1977: žena, meervoud: ženi
ISO 9: žena, meervoud: ženi
Library of Congress: zhena, meervoud: zheni
zjena, meervoud: zjeni
  1. Vrou
  2. Eggenote
2. сопруга


Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief жена
žena
жёны
žëny
Genitief жены
ženy
жён
žën
Datief жене
žene
жёнам
žënam
Akkusatief жену
ženu
жён
žën
Instrumentaal женой, женою
ženoj, ženoju
жёнами
žënami
Prepositief жене
žene
жёнах
žënach
IPA: [ʐɨˈna], genitief: [ʐɨˈnɨ], datief: [ʐɨˈnʲe], akkusatief: [ʐɨˈnu], instrumentaal: [ʐɨˈnoj, ʐɨˈnoju]; meervoud: [ˈʐonɨ], genitief: [ʐon], datief: [ˈʐonəm], instrumentaal: [ˈʐonəmʲi], prepositief: [ˈʐonəx]
Slavistiek: žena, meervoud: žëny
ISO 9: žena, meervoud: žëny
Library of Congress: zhena, meervoud: zhëny
zjena, meervoud: zjoni
жена, genitief: жены, datief: женѣ, akkusatief: жену, instrumentaal: женой, женою, prepositief: женѣ; meervoud: жёны, genitief: жёнъ, datief: жёнамъ, akkusatief: жёнъ, instrumentaal: жёнами, prepositief: жёнахъ
Eggenote
супруга


Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief жена
žena
жене
žene
Genitief жене
žene
жена
žena
Datief жени
ženi
женама
ženama
Akkusatief жену
ženu
жене
žene
Vokatief жено
ženo
жене
žene
Instrumentaal женом
ženom
женама
ženama
Lokatief жени
ženi
женама
ženama
IPA: [ˈʒɛ˧˥na], genitief: [ˈʒɛ˧˥nɛː], datief: [ˈʒɛ˧˥ni], akkusatief: [ˈʒɛ˧˥nu], vokatief: [ˈʒɛ˥˧nɔ], instrumentaal: [ˈʒɛ˧˥nɔːm]; meervoud: [ˈʒɛ˧˥nɛ], genitief: [ˈʒɛː˧˥naː], datief: [ˈʒɛ˧˥nama]
žena, meervoud: žene
  1. Vrou
  2. Eggenote
2. супруга